Een eenvoudige baan langs twee dubbele ovalen

Hove is een alledaags station gelegen op de ontdubbelde lijn Antwerpen-Brussel. Dagelijks rijden hier honderden treinen voorbij. zowel goederentreinen tussen de haven en het 'Hinterland# als pendetreinen naar beide hoofdsteden. Slechts enkele stoptreinen stoppen in Hove. Verder valt hier niets te beleven. En toch koos Paul Celis het station Hove als thema voor zijn modelbaan.

Zelden komt iemand op het idee om het station zoals Hove in model te bouwen. Hove heeft niets bijzonders. Het Is een station gelegen In een uitgraving langs de drukke hoofdlijnen 25 en 27 aan de rand van Antwerpen. Het thema is dan ook eenvoudig. Vier parallelle rechte sporen met veel treinverkeer gelegen langs een eenvoudig station In de randstad. Voor Paul Celis lag de uitdaging ergens anders. Aanleidingwas een weddenschap. Wanneer zijn vriend het station kon aankopen, dan zou hij het station in model bouwen. En zo geschiedde.

De geschiedenis van het station van Hove begint in 1932. Het werd door architect Paul Nouille ontworpen en naar aanleiding van de elektrificatie van lijn 25 tussen Antwerpen en Brussel gebouwd. Als gevolg van deze werken werd de lijn ontdubbeld en in een uitgraving gelegd.

In 2005 wilde de NMBS het station afbreken. Voor de spoorwegmaatschappij had het gebouw geen nut meer. De gemeente Hove had echter goede herinneringen aan het station en wilde de sloop verhinderen. Daarop bood de NMBS het station te koop aan. Het vervolg kennen we. In het station is nu brasserie 'Bahnhof' ondergebracht en Paul Celis kwam zijn belofte na.

Het bleef echter niet bij het stationsgebouw alleen. Heel de omgeving werd in kaart gebracht. Alles zou vanaf scratch gemaakt worden, want niets van wat in Hove te zien is bestaat in model. De baan is modulair opgebouwd en meet 4.00 bij 1.90 meter. Het zichtbare gedeelte Is slechts 2.40 bij 1.07 meter en staat op een kijkhoogte van 1.20 meter. In 2009 werd de baan naar aanleiding van een lokale braderie in de gemeente voor het eerst tentoongesteld.

Voor de bouw van het station in model werden alle afmetingen ter plaatse genomen. Een plan was immers niet beschikbaar. De muren zijn van karton en zijn met een baksteenmotief van Slaters beplakt. De ramen zijn met polystyreenstrips van Evergreen gemaakt. Alle onderdelen zijn zorgvuldig met een hobbymes uitgesneden en met snellopende polystyreenlijm gemonteerd. Veel aandacht is besteed aan de bovenleiding . Sommerfeldt heeft Belgische bovenleiding, maar kan met zijn Belgische portaalmasten geen vier sporen overbruggen. Er is daarom naar een combinatie van zelfbouw en losse Sommerfeldt-onderdelen gezocht.

Alle details op de baan zijn zorgvuldig nagemaakt. Dit geldt ondermeer voor het viaduct over het spoor, maar ook voor de voetgangersbrug naar de perrons, de fietsenstalling en de vele details die op de modelbaan verspreid staan. De achtergrond bestaat uit meerdere foto's waarvoor bomen in zeeschuim bevlokt met Hekl worden geplaatst.

Het sporenplan is beperkt tot vier parallelle sporen in een ovaal. Twee in elke richting. De sporen komen achter het station samen in een bundel waar elk spoor ontdubbeld wordt. Elke trein rijdt steeds in dezelfde richting en op hetzelfde spoor. De treinen kunnen niet van spoor veranderen. Op het eerste zicht lijkt dit erg saai, maar het plan is goed doordacht. Op de verbinding tussen Antwerpen en Brussel zie je steeds dezelfde treinsamenstellingen rijden. Op de twee hoofdsporen van lijn 25 achteraan rijden hoofdzakelijk Intercity · treinen zoals een vierdelig en een tweedelig treinstel maar ook M4-rijtuigen getrokken door een reeks 23. Ook de Benelux-trein gebruikt sinds de ondenunneling van Antwerpen-Centraal deze twee sporen.

De twee sporen vooraan maken deel uit van lijn 27. Zij zijn bestemd voor goederentreinen en stoptreinen. Soms zie je hier nog een Thalys voorbijrazen, die zijn achterstand op het tijdschema moet inhalen en waarvoor het goederenverkeer moet wijken. Een zeldzame keer zie je ook een dieselmotorwagen reeks 41 passeren, die omwille van werken op een andere verbinding omgeleid wordt. Hoewel er voldoende ruimte beschikbaar is, heeft deze baan relatief krappe bogen. Het binnenste spoor heeft een radius van 415 mm. Dit Is net voldoende voor lange rijtuigen.

Alle rails zijn van Fleischmann. De baan wordt analoog bestuurd en er zijn geen blokken aanwezig. Over het baanplan zegt Paul Celis nog het volgende: 'Ik heb het baanplan bewust eenvoudig gehouden. De klemtoon ligt immers niet op het rijden met de treinen, maar wel op het realistisch weergeven van de stationsomgeving van Hove waar dagelijks heel veel treinen passeren. Tevens heb Ik rekening gehouden met mijn leeftijd. Zal ik binnen tien jaar nog zo soepel zijn om onder mijn baan herstellingen uit te voere?1 Kan Ik dan nog omgaan met moderne technieken voortreinbesturing, en ga ik mijn baan nog kunnen aanpassen? Ongetwijfeld vragen waar veel modelbouwers mee zitten.

De bouw van een modelbaan naar een bestaand voorbeeld is steeds een momentopname. Het is merkwaardig hoe snel een landschap in enkele jaren kan veranderen. Niet alleen het station, maar ook het plein voor het gebouw zijn intussen grondig aangepakt. Een winkel voor kinderkleding is met de grond gelijk gemaakt en in de plaats daarvan Is een slagerij gekomen. Aan de overzijde van het station worden fietsenstallingen bijgeplaatst en er is een doorgaand fietspad aangelegd waarvoor delen van de brug moesten wijken. Al deze wijzigingen zijn niet In model doorgevoerd. Wel komt In het verlengde van deze baan een uitbreiding met een tweede station en een houthandel waarvoor de plannen nu al op tafel liggen. Wij kijken dan ook uit naar een vervolg.

Tekening: Bemard Lambert